
Verwijtend kijken de mannen omhoog naar vuurtoren de Lange Jaap, alsof die het kan helpen. Waarom geeft de kustwachter die bovenin de toren zit niet het sein voor de reddingbrigade? Scheldend en tierend lopen de mannen over de dijk bij Oud Den Helder. De dijk stroomt inmiddels vol met mensen, die door het donker heen de zee in turen. Maar Lange Jaap is onbeweeglijk, werpt zijn lichtstralen uit over de zee en zwijgt in al zijn lengte. En wat de kustwachter bovenin doet is maar de vraag. In elk geval waarschuwt hij niet de reddingsbrigade. Het is de nacht van 9 maart 1939. Ongeveer honderd meter verderop in zee vecht de UK 44 tegen haar ondergang, de bemanning heeft allerlei stakelichten ontstoken om de aandacht te trekken. Zelfs kleding en ondergoed is uit het ruim gehaald, in olie gedrenkt en in brand gestoken. Alles wat maar enigszins kan branden wordt aangestoken om de aandacht te trekken van de kustwachter, ver en hoog bovenin de toren. Later zou blijken dat de kustwachter zich vergist had. Hij had de in nood verkerende botter echt wel opgemerkt, maar meende later te zien dat deze op weg was naar de haven. En daarin had hij zich vergist, schromelijk vergist, waardoor reddingboot De Dorus bleef liggen. Schipper van de UK 44 is Albert Post (1892-1980). Hij wordt ook wel Ab van de Zwarte genoemd. Veel Urker vissers zijn aan het eind van de 19e eeuw in Den Helder gaan wonen, maar Albert is op Urk gebleven. Samen met zijn schoonzoon en zwager vormt hij de bemanning van de botter UK 44. Tijdens het binnenvaren van het Molengat, de vaargeul tussen Noorderhaaks en Texel, kwam er een plotselinge grondzee over het motorgedeelte van het schip, waardoor de motor ermee ophield en bovendien het schip stuurloos werd. In deze zware zee dreef de botter snel naar de Helderse kust, recht op de stenen glooiing van de dijk af. Voor Albert en zijn bemanning het meest hachelijke moment uit hun vissersbestaan, waarin ze machteloos moesten toezien hoe de botter kapot dreigde te slaan tegen de dijk. De ankerkettingen werden uitgezet, maar deze konden het niet houden en braken af. En eindelijk om half elf, nadat woedend gebeld is naar het loodskantoor, krijgt de reddingboot Dorus Rijkers opdracht om uit te rukken. De redding komt net op tijd, maar het kost een aantal trossen voordat de UK 44 veilig binnen gebracht kan worden. Albert toont zich een dankbaar mens. Hij schrijft een mooie bedankbrief aan het bestuur van de reddingmaatschappij. En ach, het fonds heeft er weer een contribuant bij. Albert schrijft aan het eind van zijn dankbrief: ‘Tevens verplicht ik mij om contribuant te worden van Uwe maatschappij voor een jaarlijksche bijdrage van f 5.’
Lange Jaap torent boven alls uit. Hij is het symbool van Den Helder. Toen in 1811 fort Kijkduin werd gebouwd besloot men in 1822 om op Kijkduin een nieuwe vuurtoren te bouwen. Het werd een echte verdedings vuurtoren gebouwd van bakstenen met schietgaten. De toren was te zwaar voor het fort en na enkele tientallen jaren begon het te zakken. Besloten werd tot bouw van een nieuwe vuurtoren. Lange Jaap werd in 1877 gebouwd hierbij werd gekozen voor een Argandse lamp met stilstaande lenzen. Later werd de techniek verder verbeterd met een draaiend lenzenstelsel dat in een bak met kwik dreef. In eerste instantie was het licht van Lange Jaap te zien vanaf ongeveer zesendertig kilometer. Volgens sommige schippers te weinig en niet toereikend om het scheepvaarverkeer te beschermen tegen de gevaarlijke Haaksgronden. In aanvulling op de kustverlichting werd daarom in 1889 Lichtschip Haaks gestationeerd. Tegenwoordig heeft Lange Jaap een bereik van bijna 60 kilometer.